Waar komt die Liefde vandaan?

Nieuws-Waar-komt-die-Liefde-vandaan.png30 mrt

Volgens schattingen hebben twaalf- tot vijfentwintigduizend Israëli’s zich permanent in Berlijn gevestigd. Begin januari reisden we af naar een besneeuwd Berlijn. Hoewel het eigenlijk om een oriëntatiereis ging, mochten we in korte tijd veel Bijbels verspreiden.

Berlijn heeft veel Israëlische eettentjes. In zo’n restaurantje raken we aan de praat met een jonge Israëli. Eigenlijk heeft hij genoeg Hebreeuwse boeken, maar na het zien van het Ivriet Nieuwe Testament begint hij enthousiast te bladeren. Dit Boek heeft hij nog niet! We vertellen hem kort wat over de Joodse achtergrond van het Nieuwe Testament. Hij heeft het nog nooit gelezen en is onder de indruk dat we het zelfs in het modern Hebreeuws voor hem hebben.

De periode in Berlijn verblijven we bij een Messiaanse gelovige. Via hem komen we in contact met Moshe, een Joodse Israëli. Moshe heeft moeite om de Heere Jezus te aanvaarden vanwege zijn negatieve beeld van christenen. We vertellen hem kort wat over het werk van de Bijbelverspreiding. Dan zegt hij: “Dit raakt me zo. Ik heb nog nooit christenen ontmoet die zo’n liefde hebben voor het Joodse volk. Ik wist niet dat dit bestond!” We zeggen dat het niet onze liefde is, maar Christus’ liefde in ons, die ons drijft om het Joodse volk lief te hebben en hen bekend te maken met hun Messias, waarvan wij geloven dat het de Heere Jezus is.

Een Finse zendelinge laat ons de vestiging zien van een grote winkelketen die in Israël adverteert. De ene na de andere Israëlische toerist loopt de winkel in. Dan zegt ze met een grote lach op haar gezicht: “Mijn collega zegt vaak: Hoe groter de tas, hoe groter de kans dat het een Israëli is”. We zijn verbaasd hoe we in korte tijd het ene na het andere gesprek hebben en Nieuwe Testamenten kunnen weggeven. Voortdurend horen we dat ze zich zo gehaat voelen door de wereld en dat onze liefde hen raakt. Nee, het is niet onze, maar
Christus’ liefde die ons dringt (2 Kor. 5:14). Eenmaal in de auto, zijn we stil van alle bijzondere ontmoetingen die de Heere gegeven heeft. “Hij moet meer worden, ik echter minder!” (Joh. 3:30).

« Terug

Sluiten