De Hebreeuwse letter alef bezien in de Kabbala

Bijbelstudie-Alef.png Naar overzicht Print pagina

We zagen dat de geschiedenis van het Hebreeuwse alfabet ons leert dat de letters ervan een duidelijk aantoonbare ontwikkeling hebben ondergaan: van pictografische tekens naar steeds eenvoudiger en meer abstractere schrifttekens. Dit leert ons ook dat het uiteindelijke Aramese kwadraatschrift dat nu wordt gebruikt voor het schrijven en drukken van de Hebreeuwse Bijbel, zeker niet bestond in Mozes’ tijd en vele eeuwen na hem. In die vroege periode werd immers een veel ouder lettertype gebruikt, dat bekend staat als het Oudhebreeuwse schrifttype, en ook wel wordt aangeduid als Oudsemitisch.

Toch waren er al in het vroege Jodendom rabbijnen die hebben betoogd dat Mozes de Tora oorspronkelijk in hun geliefde en vertrouwde Aramese kwadraatschrift had ontvangen. 

Deze gedachte is in het latere Jodendom nader uitgewerkt en zelfs de sterke overtuiging geworden in de middeleeuwse en latere Kabbala. Bij de Joodse wijzen en vooral ook bij de Spaanse kabbalisten ontwikkelde zich vanaf de 12e eeuw een duidelijke vorm van taal- en lettermystiek. Deze lettermystiek is geheel gebaseerd op de lettervormen van het Aramese kwadraatschrift en gaat dus geheel voorbij aan de geschiedenis van het Hebreeuwse alfabet.

We noemen enkele kenmerken van deze Joodse lettermystiek.

  • De letters worden gevormd door ‘heilige lijnen’ die een diepere betekenis bevatten.
  • Achter de vorm van de letters gaat een bepaalde betekenis schuil.
  • Door lettervormstudie kan men een diepere betekenislaag en inhoud ontdekken.

Als voorbeeld hiervan bezien we de Joodse mystieke uitleg rond de letter alef.

We doen dit aan de hand van het werk Perush ha-Otiyot (commentaar op de letters) van Jacob ben Jacob ha-Cohen. Bij deze kabbalist uit de 13e eeuw komt de opvatting voor dat de alef als eerste letter alle andere letters omvat. In zijn commentaar gaat hij vooral in op de vormen van de letters met hun getalswaarden. Zo schrijft hij over de alef het volgende.
In de vorm van de letter alef kunnen we een schuine streep onderscheiden en aan beide zijden hiervan twee elkaar spiegelende punten die naar beneden dun uitlopen. In de schuine streep ziet hij de letter waw (getalswaarde 6), en in beide punten de letter yod (getalswaarde 10).1 Op deze manier zou de alef dus drie andere letters omvatten: de waw en tweemaal een yod. De getalswaarde van deze drie letters is waw en tweemaal yod: 6+10+10 = 26.2 
Deze totale getalswaarde verbindt de auteur aan de heilige Godsnaam JHWH, die bestaat uit vier letters waaraan hij eveneens hun getalswaarde verbindt: yod (10), he (5), waw (6), he (5). Van deze vier letters telt hij ook de getalswaarde op: 10+5+6+5= 26. Zo wijst hij op de numerieke overeenkomst tussen de naam JHWH en de alef, die tevens getalswaarde 1 heeft. Dit duidt volgens Jacob ha-Cohen op de eenheid en ondeelbaarheid van God, met verwijzing naar de woorden: ‘Hoor Israël, de HERE onze God, de HERE is één …’ (Deut. 6:4).

Ter verduidelijking van Jacobs uitleg rond de alef visualiseren we deze nu aan de hand van de vorm van betreffende letters:
De letter alef - א - bestaat uit drie andere letters: de letter waw -ו – die de diagonale streep van de alef vormt, en tweemaal de letter yod - י - rechtsboven en linksonder van de waw.

Lettermystiek in christelijke kring

Regelmatig wordt ook in christelijke kring de Hebreeuwse lettermystiek overgenomen, toegepast en onderwezen. Dit betreft zowel het uitleggen van de Hebreeuwse Bijbeltekst aan de hand van getallensymboliek als het inlezen van (voor de lezer onzichtbare) betekenissen op grond van de lettervormen. Hierbij gaat men er van uit dat de lettervormen betekenisvol zijn. In de tekst verborgen betekenislagen kan men hierdoor ontdekken.
Dit zijn technieken en methodes van tekstverklaring die thuishoren in de Kabbala en Joodse lettermystiek. Zelfs de inhoud en uitkomst van deze uitleg blijkt in bepaalde gevallen een directe overname uit kabbalistische bron te zijn. Zo wordt het genoemde alef-voorbeeld op exact dezelfde wijze in christelijke kring uitgelegd. De relatie met Joodse lettermystiek is onmiskenbaar.

Uitgaan van de lettervormen van het kwadraatschrift mist een deugdelijke wetenschappelijke basis en het besef van de historische ontwikkeling van het Hebreeuwse alfabet. Mozes schreef zeker geen kwadraatschrift!
Bovendien kleeft aan deze vorm van tekstuitleg het bezwaar dat men tot conclusies komt die niet rechtstreeks aan de woordelijke Bijbeltekst zijn ontleend.

Niet de Hebreeuwse lettervormen, maar de oneindig rijke inhoud van de Heilige Schrift zelf kunnen onze geest en ziel voeden. Deze geestelijke schat is voor eenieder letterlijk leesbaar en vrij toegankelijk. Hierbij is het de Heilige Geest van God die leidt in alle Waarheid (Joh. 16:13).

“Uw Woord is een lamp voor mijn voet …” (Ps. 119:105).

  1. Ook Zalman, de grondlegger van de Lubavitcher Chabad-beweging leerde zijn kleinkinderen:
    ‘De alef is een punt boven, een punt beneden en een diagonale streep ertussen’.
  2. De vraag die hier moet worden gesteld is of de Hebreeuwse letters een oorspronkelijke getalswaarde hebben waarmee exegetisch gewerkt kan worden; dit valt echter buiten het bestek van dit artikel.

Deel dit artikel via


Meer van zulke artikelen lezen?

Neem voor slechts € 12,50 p.j. een abonnement op IB Magazine. Het magazine bevat o.a. getuigenissen van Messiaanse Joden, interessante Bijbelstudies, nieuws, verhalen van de Bijbelverspreiding en achtergrondartikelen. Of abonneer u gratis op onze digitale nieuwsbrief.

Gratis nieuwsbrief IB Magazine

Sluiten