‘Wij zijn allemaal Joden’

Bijbelstudie-WijZijnAllemaalJoden.png Naar overzicht Print pagina

De Amerikaanse sergeant-majoor Roddie Edmonds kwam tijdens de oorlog als krijgsgevangene in Duitsland terecht. Daar redde hij zijn Joodse soldaten met de woorden: “Wij zijn allemaal Joden.” Dit is zijn verhaal.

Roddie is pas tien dagen oud als zijn geboortestad Knoxville wordt opgeschrikt door een meute blanke demonstranten. Bij de hevige vuurgevechten die volgen, komen zeven mensen om. Zes van de slachtoffers zijn zwart. Het laat diepe sporen na in de gemeenschap. In huize Edmonds moet men niets weten van dergelijke discriminatie. Vader Thomas en moeder Jennie zijn methodisten wiens geloof alle facetten van hun leven beïnvloedt. Dat geven zij ook door aan hun kinderen.

Tijdens een kerkdienst wordt ook Roddie’s leven veranderd. Daar beseft hij dat hij zijn zonden niet zelf kan rechtzetten, maar dat God dat alleen kan. Hij bidt: “Lieve Heere Jezus, ik weet dat ik een zondaar ben, en ik vraag om Uw vergeving. Ik geloof dat U voor mijn zonden bent gestorven en opgestaan. Ik vertrouw u en volg U als mijn Redder en Heer. Leid mijn leven en help mij Uw wil te doen.” Jaren later zal de Heere hem helpen om precies dat te doen.

Op 21-jarige leeftijd, maart 1941, schrijft Roddie zich in bij het Amerikaanse leger. Daar klimt hij snel op tot de rang van sergeant-majoor. Op 21 oktober 1944 vaart Roddie de haven van New York uit.

Ardennenoffensief

Die zomer heeft Hitler zware verliezen geleden. Maar ‘s winters komt de frontlinie tot stilstand in de Ardennen. Het Ardennenoffensief begint. Op 16 december lukt het de nazi’s om weer een eind westwaarts op te rukken. Twee Amerikaanse regimenten, waaronder die van Roddie, worden ingesloten. Na drie dagen vechten, rest hen niets ander dan zich over te geven.

Als krijgsgevangenen worden ze met veewagons afgevoerd naar Stalag IX-B, een kamp voor krijgsgevangenen. Af en toe stopt de trein om Duitse legertransporten te laten passeren.

Kerstavond

Als op 23 december de trein weer eens stilstaat, horen de mannen het geluid van vliegtuigmotoren. Er klinkt een sissend geluid, licht flitst door de kieren van de wagon en de grond schudt. De Britse luchtmacht bombardeert het rangeerterrein.

In de meeste wagons klinken angstschreeuwen, maar in zijn wagon neemt Roddie het woord: “Jongens, als jullie ooit tot God hebben gebeden, moet je nu bidden en Hem vragen ons te redden. Vertrouw! God zal ons redden. Bid jongens, bid!” Het wordt stil in de wagon. Roddie buigt zijn hoofd en met hem vele anderen.

Ook buiten wordt het stil. Het geluid van de vliegtuigen trekt weg. Alleen het gekerm van de gewonden is nog te horen. Pas de volgende dag komt er iemand. Een Duitse soldaat opent de deur met een cynisch ‘Merry Christmas’. Het is kerstavond. Hun kerstdiner bestaat uit één brood voor de hele wagon.

Stalag IX-B

Zo komen de mannen terecht in Stalag IX-B. Bij aankomst moeten ze formulieren invullen waarin, tegen de oorlogswetten in, allerlei persoonlijke informatie wordt gevraagd. Vooral het kopje ‘religie’ levert enorme dillema’s op voor de Joodse militairen. Sommigen van hen hadden bij hun overgave al hun identiteitsplaatje weggegooid met daarop de H van Hebreeuws en konden een valse verklaring invullen.

Twee weken na hun aankomst laat kampcommandant Sieber de Joodse gevangenen apart zetten. Zijn rechterhand majoor Siegmann voegt daar een tweede regel aan toe. Joden die in andere barakken komen dan die aan hen zijn toegewezen, worden neergeschoten. Datzelfde geldt voor diegenen die hen helpen. De omstandigheden zijn zwaar. Maar Roddie bidt dagelijks en leest zijn Bijbel. “Ik wil vrede, rust, en meer dan wat dan ook, wil ik God,” schrijft hij in zijn dagboek.

Volgens de Geneefse Conventie moeten officieren, onderofficieren en gewone militairen als krijgsgevangen apart behandeld worden. Hoeveel van dergelijke afspraken de Duitsers ook negeren, deze komen ze na. Het is nog altijd een raadsel waarom, maar alle onderofficieren en gewone militairen worden van de officieren gescheiden en naar Stalag IX-A bij Ziegenhain verplaatst. Het blijkt de redding voor de Joodse militairen. Later worden 350 achtergebleven Joodse officieren naar concentratiekamp Berga gebracht. Van hen sterven er 73 binnen tien weken.

Stalag IX-A

Van alle 1292 Amerikaanse gevangenen in Stalag IX-A blijkt Roddie het hoogste in rang. De dag na aankomst, 26 januari 1945, klinkt er door de luidsprekers van het kamp de mededeling dat alle Joodse gevangenen de volgende ochtend op appel moeten komen. Roddie wendt zich tot zijn mannen: “Dat gaan wij niet doen. Morgenochtend gaan we allemaal naar buiten.” Zijn bevel wordt doorgegeven aan alle andere barakken. Als Lester die nacht vanaf zijn bed naar Roddie kijkt, ziet hij zijn vriend stil bidden.

De volgende ochtend staan er 1292 Amerikaanse gevangenen opgesteld in de sneeuw. Zelfs de zieken zijn naar buiten gekomen. Majoor Siegmann, die ook naar dit kamp is gekomen, is woest. “Wat is hier aan de hand!? Is dit een grap?” Roddie antwoordt: “Volgens de Geneefse Conventie hoeven wij alleen onze naam, rang en identificatienummer te geven.” Siegmann raakt gefrustreerd. “Was mijn bevel niet duidelijk? Alleen de Joden zouden naar buiten komen.” Maar Roddie blijft rustig. “Majoor, we geven u onze naam, rang en identificatienummer. Meer niet.” Dan begint Siegmann te schreeuwen. “Alleen de Joden! Dit kunnen niet allemaal Joden zijn!” Roddie kijkt hem in de ogen en zegt: “Wij zijn allemaal Joden.”

Niemand durft te bewegen als Siegmann zijn Lugerpistool op Roddie’s voorhoofd richt. “Sergeant-majoor, ik geef je een laatste kans. Je beveelt nu alle Joden een stap naar voren te doen of ik schiet je neer.” Er valt een lange stilte. “Je kunt mij neerschieten, maar dan moet je ons allemaal doden. We weten namelijk wie je bent. En als wij deze oorlog winnen, zul je terechtstaan voor oorlogsmisdaden.” Siegmann laat zijn pistool zakken en maakt zich uit de voeten. Zo redt Roddie 200 Joodse gevangenen.

Beweegredenen

Roddie heeft niet veel verteld over waarom hij deed wat hij deed. Maar in zijn oorlogsdagboek schrijft hij: “Oorlog is verkeerd. Talloze levens gaan verloren, mensen vergeten God steeds meer. Laat God onze generaal zijn en laten we onze levens leven zoals Hij dat deed.” De zoon van Roddie, Chris, is nu voorganger van een baptistengemeente. Zijn vader kennende, weet hij zeker wat zijn beweegredenen waren. “Mijn vader was bereid te sterven voor de Joodse mannen die onder zijn bevel stonden, omdat hij geloofde dat een Joodse Man gestorven was om hem te redden: Jezus Christus.”

Bronnen: O.a. ‘No Surrender’ door Chris Edmonds en ‘My Brothers Keeper’ door Rod Gragg

Deel dit artikel via


Meer van zulke artikelen lezen?

Neem voor slechts € 12,50 p.j. een abonnement op IB Magazine. Het magazine bevat o.a. getuigenissen van Messiaanse Joden, interessante Bijbelstudies, nieuws, verhalen van de Bijbelverspreiding en achtergrondartikelen. Of abonneer u gratis op onze digitale nieuwsbrief.

Gratis nieuwsbrief IB Magazine

Sluiten