Jom Kippoer, de Grote Verzoendag, is voor mij altijd een bijzondere dag geweest. Al een maand van tevoren begon mijn familie met de voorbereidingen voor de Hoge Feestdagen, die beginnen met Rosj Hasjana, het Joods Nieuwjaar, en eindigen met Jom Kippoer. In deze zogeheten ‘tien dagen van inkeer’ proberen Joodse mensen zich te verzoenen met God en met elkaar.
Rosj Hasjana was een heel feestelijke dag. Op die dag mochten we onze nieuwe kleren aan. In de synagoge waren de rabbijn, het koor en de voorzanger geheel in het wit gekleed. De bijzondere gezangen en lofliederen klonken altijd plechtiger dan anders, gecombineerd met het honderd keer blazen op de sjofar. Er hing altijd een soort mystieke sfeer wanneer we de Aseret Yemei Tesjoeva, de tien dagen van inkeer, ingingen. Een periode van eerbied en bezinning; van terugblikken op het afgelopen jaar en vooruitkijken naar het jaar dat komt.
De dag van verzoening
Na die tien dagen werd het dan Jom Kippoer, de belangrijkste feestdag en de heiligste van allemaal. Deze dag voelde voor mij als hét hoogtepunt van ons Joods leven. Natuurlijk genoten we ook altijd van Chanoeka, Poeriem en Pesach. Maar op Jom Kippoer kwam een dieper gevoel van heiligheid over ons. Het was niet zomaar een feestdag, maar een dag die in alles anders was.
Vasten en Kol Nidre
De avond ervoor aten we een uitgebreide maaltijd, omdat Jom Kippoer een vastendag is. Voor zonsondergang zaten we samen aan tafel. Daarna begon het vasten, tot de avond van de volgende dag. Dat was wel altijd een heel lange dag.
’s Avonds gingen we naar de synagoge voor het Kol Nidre-gebed. Deze melodie, vol ernst en emotie, maakte altijd diepe indruk op mij. Kol Nidre betekent ‘alle geloften’ en is een herroeping van alle geloften die men niet kon nakomen.
De oorsprong van dit gebed ligt in de tijd van de Spaanse Inquisitie, toen vele Joden uit angst voor vervolging gedwongen werden zich tot het katholicisme te bekeren. Maar ze bleven vaak wel in het geheim de Joodse gebruiken volgen. Elk jaar op Jom Kippoer herriepen ze hun katholieke geloften door te reciteren: “Alle geloften [Kol Nidre] die we hebben afgelegd, mogen ze worden nietig verklaard en niet tegen ons worden gebruikt.” Kol Nidre was de start van deze heilige dag. Na een avond vol gebeden van inkeer en verootmoediging, gingen we huiswaarts. Altijd weer vroeg ik me dan in stilte af: Zou God mij dit jaar vergeven?
Op Jom Kippoer-ochtend kleedden we ons opnieuw netjes aan en gingen we weer naar de synagoge. De kinderen hadden een eigen dienst, maar ’s middags voegden we ons weer bij onze ouders. Dan werden we gezegend door de Kohaniem, de afstammelingen van de priesterlijke lijn van Aäron, met de Aäronitische zegen uit Numeri 6:24-26: “De HEERE zegene u en behoede u; de HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede.”
Gehuld in hun gebedsmantels vormden ze met hun handen het traditionele gebaar van zegening (met vijf openingen tussen de vingers), dat volgens de overlevering alleen afstammelingen van Aäron mochten uitvoeren. Het was ook niet toegestaan om naar (de handen van) de Kohaniem te kijken, want ze vertegenwoordigden Gods aanwezigheid naar ons.
Een misstap
Ik herinner me dat ik op een keer, toen ik zo’n veertien jaar oud was, de Jom Kippoer-dienst verliet om een wandeling te maken. En toen iets heel vreselijks deed! Ik had trek en de geur van het eten uit de snackbar om de hoek werd zo onweerstaanbaar dat ik naar binnenliep en een hamburger met cola bestelde.
Ik at ... op Jom Kippoer! Terwijl mijn familie en de hele gemeenschap aan de overkant in gebed waren, zat ik met een hamburger in mijn hand. Ik voelde me vreselijk. Mijn ouders, mijn grootouders en mijn hele geloofsgemeenschap zaten allemaal aan de overkant van de straat in de synagoge, en ik zat hier. Bezig met het ondenkbare: Ik was aan het eten op Jom Kippoer! Hoe kon ik verwachten dat God me ooit iets zou vergeven?
Dat zijn mijn vroege herinneringen aan Jom Kippoer: de dag om God te zoeken, de dag waarop ik opzettelijk ongehoorzaam was aan Hem, de dag waarop ik me afvroeg of ik ooit nog vergeven zou worden.
Nieuwe betekenis in Jesjoea
Mensen vragen me vaak of ik nog steeds de Joodse feestdagen vier nu ik in de Heere Jezus geloof. “Jazeker,” antwoord ik dan, “maar ze hebben voor mij nu wel een heel andere betekenis dan vroeger!” Zo huil, vast en jammer ik niet langer tijdens Jom Kippoer om Gods vergeving te verkrijgen. Want die heb ik al ontvangen in Jezus Christus. Wel neem ik altijd een dag vrij en gebruik deze dag om God te danken voor mijn redding. Soms vast ik ook (maar niet noodzakelijkerwijs) om me te vereenzelvigen met mijn volk. Maar ik vier Jom Kippoer ook altijd, omdat ik nu zeker weet dat ik in Jesjoea, de Messias van Israël, vergeven ben.
Jom Kippoer blijft een dag van diepe betekenis. Een dag om stil te worden. Een dag om te herinneren waar ik vandaan kom. En vooral: een dag om te danken voor Gods genade. (Bewerkt door de redactie.)
Deel dit artikel via